Plant in de spotlight: de laagblijvende vlinderstruik

Buddleja davidii

De populaire Buddleja davidii – beter bekend als de vlinderstruik – is al sinds de jaren ‘70 niet meer weg te denken uit de Belgische tuinen. Niet alleen omdat de kleurrijke bloemen van deze heester grote tuinen helemaal kunnen opfleuren, maar ook omdat – zoals de naam al doet vermoeden – ze als een magneet werken op vlinders en bijen.

Alleen: de gewone vlinderstruik groeit als kool en eist vaak heel wat ruimte op, wat van kleine (stads)tuinen al snel een urban jungle kan maken. Bovendien zaait de plant erg snel uit, waardoor groene vingers vaak bij de pinken moeten zijn om de vlinderstruik hun tuin niet te laten overwoekeren. Erg mooi dus in grote tuinen, maar vaak iets minder geschikt voor kleinere oppervlakten.

Het goede nieuws? Tegenwoordig zijn er ook alternatieve soorten op de plantenmarkt die laag blijven. Die nieuwe serie van vlinderstruiken – verkrijgbaar in verschillende soorten en kleuren – zijn vaak ware eyecatchers in moderne tuinen. De Buddleja davidii Free Petite serie of de Proven Winners “Chip” serie zijn hier voorbeelden van.

Een compact tapijt van groen

Terwijl de normale Buddleja davidii soorten tot drie meter hoog kunnen worden, bestaan er vandaag dus ook cultivars die niet hoger kunnen groeien dan één meter. Dat wil zeggen dat ze dus een pak compacter en lager zijn dan de gewone vlinderstruik. U kan ze als een tapijt laten groeien in een kleine tuin, maar daarnaast misstaan ze ook niet als vakbeplanting of als solitair in een pot op een balkon of terras. En ook in een openbare berm van een stad of een gemeente oogt de laaggroeiende vlinderstruik erg mooi.

Onderhoudsvriendelijk

Een ander pluspunt waaraan de laagblijvende vlinderstruik zijn populariteit te danken heeft? Hij is erg onderhoudsvriendelijk. Zo zijn heel wat laagblijvende types niet-invasief. Ze zijn dus steriel en zullen niet onbewust kunnen uitzaaien, zoals heel wat andere planten wel doen. Kortom: er zullen niet zomaar nieuwe vlinderstruiken in uw tuin opduiken. Een voordeel voor de klanten zonder groene vingers die liever geen tijd besteden aan het uittrekken van scheuten.

En ook wat snoeien betreft, zijn de laagblijvende vlinderstruiken vaak niet de moeilijksten. Zo moet u ze maar één keer per jaar snoeien. Idealiter gebeurt dat in het voorjaar, rond de maanden maart of april, wanneer er geen kans meer is op vorst. Bovendien kan u ze flink terugsnoeien zonder al te veel mis te doen.

Tot slot stelt de laagblijvende vlinderstruik ook weinig eisen aan de bodem. Hij vraagt alleen goed doorlatende grond. Voor de rest doet hij het goed in zowel volle zon als in schaduw en kan hij ook goed tegen droge omstandigheden. Dat, in combinatie met de lage mate van onderhoud, maakt het een ideale plant voor overheden en groendiensten of klanten die minder tijd of zin hebben om veel in hun tuin bezig te zijn.

Wil u graag meer informatie over de laagblijvende vlinderstruik? Of twijfelt u over welke cultivar u moet kiezen? Neem dan zeker contact met ons op of spring eens binnen en we helpen u graag verder.